Er zijn geen slangen in Ierland

Lang geleden hoorde ik een verhaal over een Engelsman die Ierland bezocht. Toen hij terugkwam en thuis verslag uitbracht van zijn reis, was het eerste wat hij noemde de afwezigheid van slangen. Het is waar, er zijn geen slangen in Ierland, maar dat is niet de reden dat ik het onthouden heb. Ik zie het als een goed voorbeeld van hoe je eigen achtergrond je blik bepaalt. Iemand uit Groenland (waar ook geen slangen zijn) valt het niet op dat ze er niet zijn. En ook een Ier die nooit buiten zijn land is geweest, zal zich er niet over verbazen. Pas als hij hoort dat er maar een handjevol landen zijn waar ze niet voorkomen, zal hij erover nadenken.

In mijn verhalen kies ik vaak het perspectief van een persoon. Door de ogen van die ene persoon zie je het verhaal en een gevolg daarvan is dat je als lezer niet meer weet, en ook dat je geen andere dingen opvallen dan die deze persoon opvallen. Speelde mijn verhaal in Ierland, dan was je er niet achter gekomen dat er geen slangen zijn.

Ik heb het er vaker over gehad met mijn redacteur, want het heeft nadelen om zo strikt het perspectief van een persoon te volgen; het verhaal kan er onduidelijk van worden. Wil je toch iets uitleggen (er zijn geen slangen in Ierland), dan moet je een logische oplossing kiezen. In Naar de rand van de wereld is de wereld heel anders dan die van ons, maar voor Abe, bij wie het perspectief ligt, is het de enige wereld die hij kent. Daarom is er geen reden voor hem om zich te verwonderen over de dingen die voor ons vreemd maar voor hem gewoon zijn. Om jou, als lezer toch wat houvast te geven is er het verhaal van Etta waarin ze vertelt over de wereld van Abe en hoe die ontstaan is.

Dat ik je niet alles vertel of uitleg is dus niet om het je moeilijk te maken, het is een gevolg van de keuze. Zelf vind ik de verwarring die dat misschien veroorzaakt minder erg dan dat je het idee hebt dat er geen wereld bestaat buiten de woorden van het verhaal.